Bestemmingsplannen zijn complex met gevolgen, die velen raken. Ruimtelijke plannen mogen wel of juist niet. In ieder geval is het de bedoeling dat ze rechtszekerheid bieden aan zowel mensen met (bouw-)plannen als ook aan mensen die met de gevolgen daarvan geconfronteerd worden. En natuurlijk moet een bestemmingsplan ook passen in een groter plan, namelijk de ruimtelijke visie, zoals vastgelegd door de gemeente.
In de 10 jaar dat ik in de raad zit is het nooit gebeurd dat een bestemmingsplan het niet haalde. Vaak mankeerde er wel iets aan en werd dat rechtgezet met een aanpassing door de raad, ofwel een amendement.
Dat is deze keer niet gebeurd omdat er teveel bezwaren waren bij verschillende fracties. Verschillende daarvan hebben direct te maken met juist dat bredere perspectief gericht op de levendigheid van onze dorpscentra, die echt versterking nodig hebben.
Stads- en dorpscentra te kampen hebben te maken met nog steeds groeiende leegstand. Daarom is het van groot belang dat de levendigheid van die centra behouden blijft en liefst versterkt wordt. Dat vraagt meer en andere functies dan alleen winkels. Het publiek moet zich, naast boodschappen doen, ook kunnen vermaken. Om de levendigheid te vergroten zijn ook werkplekken zeer welkom volgens de VVD Renkum in de centra van Renkum en Oosterbeek. Daarom is er in het verleden terecht niet meegewerkt aan discountsupers op industrieterreinen en is jaren geleden al vastgelegd in de Structuurvisie, dat we de dorpscentra compacter willen maken en versterken. Wij waren als fractie dan ook zeer verbaasd dat het college, vooruitlopend op dit bestemmingsplan, met een tijdelijke vergunning (10 jaar) al meewerkte aan de vestiging van een sportschool bij de manege aan de Valkenburglaan. Ook wilde de initiatiefnemer nog nieuwe kantoorruimte bouwen. Op zich natuurlijk mooie functies waar ondernemers hun slagvaardigheid kunnen tonen. Maar met de vrije ruimte die nog volop aanwezig is kunnen deze kantoren veel beter in een centrum worden ondergebracht. Fitnessen is een mooie aanvulling op het winkelbestand in Oosterbeek, zeker door de deels andere bedrijfstijden! En kantoren, al of niet publiek gericht kunnen bijdragen aan de levendigheid van het centrum en ondersteunen de daar al gevestigde ondernemingen.
Dat dit ‘NEE’ van ons is niet helemaal uit de lucht komt vallen, blijkt uit de door het college vastgestelde (binnenkort door de gemeenteraad te behandelen) Ruimtelijke visie voor het centrum van Oosterbeek: “De verwachting is dat de focus van de consument de komende jaren verschuift naar “beleving”. Consumenten gaan naar het centrum toe voor een combinatie van boodschappen doen en een leuk uitje.”
En daar kan de VVD zich helemaal in vinden.
Raymond den Burger (VVD-Renkum)